Wat is er met deze tijd, dat veroordeelde daders meteen slachtoffers worden en met een stroom van berichten op sociale media vlotjes een deel van het publiek op hun hand krijgen en er nog geld van krijgen ook? Hoe komt het dat een man die in 2021 een meute ophitste om het Capitool te bestormen, straks vermoedelijk opnieuw president van de Verenigde Staten wordt en daarbij behoorlijk waanzinnige plannen smeedt?
Een deel van het antwoord op die vragen staat te lezen in een boek dat een kleine twintig jaar geleden verscheen – in tempore non suspecto, dus: On bullshit van de in 2023 overleden Amerikaanse filosoof Harry Frankfurt. Bullshit (gezwets) verschilt van liegen omdat het zich niet langer tot de waarheid verhoudt. Een leugenaar is eropuit doelbewust de feiten te verdraaien of dingen achter te houden. Een zwetser geeft geen moer om de vraag of wat hij zegt, klopt dan wel leugenachtig is. Die kletst de hele tijd maar raak om zijn doel te bereiken. Of wat hij zegt feitelijk juist is, doet er niet toe. Zolang het doel maar in zicht blijft.
Zonder enige discussie gaat Donald Trump lopen met de prijs van beste zwetser van deze tijd. Zijn dagelijkse stroom aan nonsens en zinledige uitspraken die zich op geen enkele manier nog tot de realiteit verhouden, is hallucinant. We doen er goed aan ons daarover te blijven verwonderen. Tot die conclusie kwam ook Edward Luce afgelopen week in de krant Financial Times. Luce somt in zijn stuk kort op wat Trump in enkele dagen tijd heeft uitgespookt: hij zuiverde het Republikeinse Nationale Comité met 60 ontslagen, maakte een bocht van 180 graden over Tiktok, spotte met het gestotter van Joe Biden, beweerde dat de werkelijke inflatie in Amerika 50 procent was en viel Jimmy Kimmel aan als “de slechtste mogelijke presentator van de Oscaruitreiking”. Dan moest zijn speech van afgelopen weekend nog komen waarin hij Biden als een “domme zak” omschreef en migranten als “niet eens mensen”.
Iedere andere presidentskandidaat die nog maar een fractie van dat soort gezwets zou uitkramen, zou in een onhoudbare situatie terechtkomen. Bij Trump ligt dat anders. Hij vult al jarenlang de publieke ruimte met gezwets. Hoe meer hij dat doet, hoe minder we hem erop afrekenen en hoe makkelijker hij ermee wegkomt. Net die houding is het meest verontrustende, aldus Luce. Dat we Trump stilaan met een andere standaard beoordelen omdat zijn gedrag dermate van de norm afwijkt, is net zijn bedoeling en meteen ook het gevaar.
De houding van “ach, het is Trump, dus we moeten het met een korrel zout nemen” is totaal fout. We hebben het hier helaas over iemand die bij zijn herverkiezing de Amerikaanse democratie ernstige schade kan toebrengen. Daarom moeten we zelf aan de kant van de feiten blijven staan en zijn gezwets ernstig nemen. We kunnen in latenightshows wel lachen met zijn stellingen over een dictatuur voor één dag of dat hij miljoenen illegale immigranten zal oppakken voor deportatie. Maar voorbij die grap is er de onthutsende vaststelling dat hij die plannen niet eens verzwijgt om ze dan, zodra hij aan de macht is, sluiks uit te voeren, maar ze in een aanhoudende woordenbrij en bij volle daglicht op ons afvuurt. En dat wij dat allemaal nog lijken te slikken ook.
Het onmogelijke – de bestorming van het Capitool en de poging om de verkiezingsuitslag te manipuleren – is al eens gebeurd en uit niets blijkt dat hij zijn andere plannen niet zal uitvoeren als hij aan de macht is. De Amerikaanse instellingen hebben één stormachtige ambtstermijn van Trump ternauwernood doorstaan, de sporen ervan zijn nog altijd zichtbaar. Een tweede termijn zou een veel grotere impact hebben. De remmende factoren die er toen nog waren, zijn er nu veel minder en Trump zal niemand meer naast zich dulden die zijn beslissingen in vraag stelt.
En al wordt Trump niet opnieuw president, zijn discours infecteert ons politieke klimaat. Het spel van waarheid en leugen kennen we al lang en politici die de feiten verdraaien, zijn eigen aan elke democratie. Toch moeten we dringend inzien dat er met de dominante aanwezigheid van gezwets een nieuwe dimensie is bijgekomen die onze geesten benevelt. Zolang gezwets beperkt blijft tot de toog van het café, is er niets aan de hand. Daar dient een toog voor. Maar als we toelaten dat in het hart van de democratie het gezwets het van de feiten haalt, dan zitten we met een levensgroot probleem en zal het lachen ons snel vergaan.
dinsdag 19 maart 2024
Column De Standaard